Dynamo Controleren

Schade door kortsluiting / polariteitsomkering op de dynamo is te herkennen aan onderbroken of gedesoldeerde vermogensdiodes, een gedesoldeerde statorwikkeling en/of gesmolten gelijkrichtercomponenten.

Een defecte accu of omgekeerde polariteit tijdens het overstarten veroorzaken een ongecontroleerde stroom. De hitte die door deze kortsluiting ontstaat, vernielt de halfgeleiders en de soldeerverbindingen smelten en laten los.

De beschadigde soldeerverbindingen en de vernielde diodes hebben tot gevolg dat de dynamo geen stroom meer levert.

Corrosieschade aan de dynamo is te herkennen aan ernstige corrosie op de contacten en aansluitklemmen.

Dynamo's zijn gewoonlijk standaard spatwaterdicht. Als bij het wassen van de motor met een stoomstraal, het rijden door diepe plassen, enz. of door het ontbreken van spatschermen extreem veel water binnendringt, leidt dit tot beschadiging van de dynamo.

Extreem binnendringend water leidt tot corrosie op de contacten en aansluitklemmen, beschadiging van de kogellagers en verweking van de koolborstels. Door de gecorrodeerde contacten en aansluitklemmen ontstaan stroomdalingen of vindt er geen vermogensafgifte plaats. Lagerschade resulteert in veel lawaai of totale uitval van de dynamo.

Bestaande spatschermen moeten altijd worden teruggeplaatst wanneer de dynamo wordt vervangen.

Olie die de dynamo binnendringt, vormt een oliefilm op de behuizing, de wikkelingen, de sleepringen en de koolborstels van de dynamo. De olie maakt de koolborstels week.

Als er motorolie in de dynamo komt door defecte motorafdichtingen, hydraulische olie of dieselolie door lekkende leidingen, vormt zich een smeerfilm op de sleepringen en de koolborstels. Hierdoor vormt zich als gevolg van het schuren van de koolborstels een massa, wat leidt tot een slecht contact of kortsluiting. Het week worden van de koolborstels veroorzaakt ook voortijdige slijtage.

De binnengedrongen olie zorgt ervoor dat het vermogen van de dynamo beperkt wordt. In de meeste gevallen leidt olieverontreiniging echter tot totale uitval.

In sommige voertuigen met dieselmotor wordt het vereiste vacuüm voor de rembekrachtiger door een vacuümpomp gegenereerd die aan de dynamo is bevestigd. Een veel voorkomend probleem is dat deze dynamo's volledig door olie worden vervuild en daardoor uitvallen.

Een van de meest voorkomende oorzaken van dit probleem is de afdichting tussen de dynamo en de vacuümpomp. Deze afdichting, meestal bestaande uit een rubberen ring, gaat door veroudering, maar ook na vervanging van de dynamo, lekken. Vaak wordt de rubberen ring niet vervangen en valt de dynamo na korte tijd uit doordat er olie binnendringt.

Binnendringende olie kan de dynamo binnen zeer korte tijd beschadigen en uitval veroorzaken.

De afdichting tussen de dynamo en de vacuümpomp moet altijd worden vervangen wanneer de componenten gescheiden zijn geweest. Controleer daarbij ook de olie- en vacuümslangen van de vacuümpomp op lekken.

Lagerschade aan generatoren kan worden herkend aan een sterke geluidsontwikkeling, radiale of axiale speling van de rotor of een geblokkeerde rotor.

Mogelijke oorzaken van lagerschade aan dynamo's zijn sterke trillingen of binnendringend water. Maar een te hoge spanning op de aandrijfriem kan ook leiden tot beschadiging of voortijdige slijtage van het lager. De platte geribde riemen kunnen enorme krachten overbrengen op de poelie en daarmee op het lager.

Een beschadigd lager kan veel lawaai en aanzienlijke speling in de rotor veroorzaken. Dit kan zelfs zo groot zijn dat door de poelie schade wordt toegebracht aan de dynamobehuizing.